Het Kabinet versoepelt met ingang van vandaag de coronamaatregelen. Voor het zorg- en taxivervoer worden de veiligheidsmaatregelen daarom ook lichter. Door de versoepelingen gaan er hopelijk meer mensen die afhankelijk zijn van zorgvervoer vervoerd worden. Toch zal volgens vakbonden FNV en CNV en branchevereniging KNV niet al het zorgvervoer dit jaar volledig herstellen. De sociale partners doen daarom een beroep op gemeenten, zorginstellingen, verzekeraars en andere opdrachtgevers om de vaste kosten van uitgevallen zorgvervoer de rest van 2020 door te blijven betalen. De sociale partners sluiten daarbij aan op de Kamerbrief van 24 juni van VWS over COVID-19. In deze brief staat dat doorbetalingen per 1 september mogelijk stoppen. Sociale partners pleiten voor langer doorbetalen, omdat anders de continuïteit van het vervoer en de werkgelegenheid in de branche in gevaar komen.
Sinds de versoepelingen van 11 mei is er sprake van een geleidelijke herstart van het zorgvervoer, maar het zal nog lang duren voordat vervoersvolumes van vóór de coronacrisis weer worden behaald. Vervoerscontracten zijn echter afgesloten op basis van veel hogere volumeverwachtingen en een op deze verwachtingen ingerichte bedrijfsvoering. Dat maakt dat faillissementen en reorganisaties alleen zijn te voorkomen met doorbetaling van de vaste kosten van weggevallen vervoer. Het ontslaan van chauffeurs en ontbinden van leasecontracten zijn geen alternatieven aldus KNV, FNV en CNV. Want zodra de vervoersvraag volgend jaar weer aantrekt zijn alle chauffeurs meer dan nodig. Door nu door te betalen garanderen opdrachtgevers dat er straks nog vervoerders en chauffeurs zijn om kwetsbare doelgroepen (leerlingen, ouderen, mensen met een beperking en patiënten) te vervoeren.
Faillissementen bedreiging voor dekkingsgraad zorgvervoer
Faillissementen in het zorgvervoer leiden ertoe dat het vervoer van kwetsbare groepen direct in gevaar komt. De coronacrisis heeft een dusdanige financiële impact op de sector, dat daar waar een vervoerder wegvalt een ander bedrijf dat niet zomaar over kan nemen. Dat is des te meer problematisch omdat zorgvervoer voor deze kwetsbare groepen een belangrijke en onmisbare schakel is voor de continuïteit van hun zorg en ondersteuning.
Zorgvervoer is het ov voor kwetsbaren
Het zorgvervoer is voor velen de enige manier om sociale contacten te onderhouden. Het Rijk en de VNG onderstreepten de belangrijke rol van het zorgvervoer vier dagen geleden nog nadrukkelijk in hun gezamenlijke oproep om de vaste kosten in het zorgvervoer door te betalen tot 1 september. De sociale partners in het zorgvervoer breiden deze oproep uit: om faillissementen te voorkomen is doorbetaling van de vaste kosten ook ná 1 september nog hard nodig. Ze roepen opdrachtgevers op om snel met hun gecontracteerde vervoerders in overleg te gaan over de periode na 1 september.
Voor kwetsbare doelgroepen is het zorgvervoer ‘het ov’. Met het ov maakte het rijk terecht doorbetalingsafspraken voor héél 2020, in plaats van alleen gedurende 6 maanden. Het valt volgens KNV, FNV en CNV niet uit te leggen dat de continuïteit van het vervoer van speciale doelgroepen kennelijk minder belangrijk wordt gevonden dan voor reizigers in het reguliere ov.
Doorbetaling blijft binnen budget
In vervoerscontracten is meestal afgesproken dat wordt betaald voor het daadwerkelijk verrichte vervoer. Dat betekent omgekeerd ‘geen vervoer, geen betaling’. Eerder onderzoek van onderzoeksbureau Panteia toonde aan dat ongeveer 80% van de vervoerskosten doorlopen als de vraag wegvalt. Dat is in de tweede helft van dit jaar niet anders. Sociale partners hebben begrip voor de door corona veroorzaakte financiële uitdagingen voor gemeenten en andere opdrachtgevers. Ze zijn echter van mening dat het continueren van de betalingen mogelijk is omdat de budgetten hiervoor al waren begroot.
Blij met vergoeding meerkosten, tegelijkertijd oproep indexeringen mee te rekenen
Sociale Partners zijn blij met de herhaalde toezegging van de minister in de Kamerbrief van 24 juni dat het Rijk alle door corona veroorzaakte meerkosten (voor bijvoorbeeld schoonmaak, mondkapjes of inzet extra voertuigen wegens het niet kunnen combineren van ritten) in het zorgvervoer vergoed. Zonder deze vergoeding zou menig vervoerder vervoer onder de kostprijs moeten uitvoeren. Dat is gezien het voorgaande uiteraard een onhoudbare situatie. Sociale partners roepen tevens op kostenstijgingen veroorzaakt door indexeringen (ten opzichte van referentiejaar 2019) mee te rekenen. Voor 2020 bedroeg de indexering 6,7%, doordat de voor taxi’s gunstige BPM-regeling werd afgeschaft. Zorgvervoerders komen nog zwaarder in de problemen indien indexeringen niet doorgerekend worden.