De touringcarsector ziet zich de komende jaren met name voor twee grote uitdagingen gesteld. De branche moet marktaandeel terugpakken van de goedkope vliegreizen en zorgen dat er voldoende mensen zijn om de bussen te besturen. Dat en meer schrijft Carlo Cahn van Busvervoer Nederland in zijn eindejaarscolumn voor TaxiPro
De markt voor touringcarvervoer lijkt langzamerhand wat aan te trekken. De omzetten nemen toe maar de marges blijven vaak klein. De groei van het inkomend toerisme en de internationale lijndiensten compenseren het nog altijd kwakkelende meerdaagse busreizenaandeel. Nu is de verwachting dat vliegreizen de komende jaren – onder druk van klimaatmaatregelen – duurder en duurder zullen worden. De eerste uitdaging voor de toursector zit er dan ook in om hier weer marktaandeel terug te veroveren.
Ambitieus van start
De sector zelf heeft in het afgelopen jaar de rijen gesloten. Al enige jaren waren er twee verschillende werkgeversorganisaties actief. Bij de fusie in april 2018 besloot men onder de naam Busvervoer Nederland samen verder te gaan. De nieuwe vereniging vertegenwoordigt meer dan 80 procent van de markt en is ambitieus van start gegaan. Zo is er een stevige discussie gevoerd over het kwaliteitsniveau. De Nederlandse touringcarbedrijven lopen al vele jaren flink voorop binnen Europa met een groot aantal houders van kwaliteitscertificaten als het Keurmerk Touringcarbedrijf (SKTB) en ISO 9001. Busvervoer Nederland gaat het laatstgenoemde systeem in de toekomst hanteren als ondergrens voor het lidmaatschap. Met name kleinere bedrijven zullen bij het behalen ervan ondersteund worden. SKTB op haar beurt zal de eisen verder gaan aanscherpen.
Tekst en uitleg over btw
In het afgelopen jaar waren de ogen van de touringcarsector ook gericht op fiscale zaken. Met name rondom de btw speelde er van alles. De Duitse belastingdienst intensiveerde de controles op Nederlandse tourbedrijven en er bleek het nodige te corrigeren. Op verzoek van de sector kwamen de medewerkers van de Duitse fiscus tekst en uitleg geven. Veel bedrijven konden bijtijds zaken aanpassen en forse naheffingen of boetes voorkomen.
De Nederlandse Belastingdienst laat helaas veel geld liggen bij het innen van btw van buitenlandse vervoerders die naar ons land komen. We hebben de fiscus opgeroepen om werk te maken van een eerlijker speelveld en gerichter te gaan controleren. Zeker nu we van 6 naar 9 procent btw gaan, is dat nodig omdat onze concurrentiepositie met het buitenland in de toursector toch al onder druk staat.
Meer flexibiliteit, minder lastendruk
Over internationale ontwikkelingen heeft de sector sowieso niet te klagen. De Europese Unie is bezig met de aanpassing van een aantal zeer relevante wetten en regels. De rij- en rusttijden, de detacheringsrichtlijn en cabotage zijn onderdeel van het zogenaamde eerste mobiliteitspakket. Samen met de IRU pleitten we voor meer flexibiliteit en minder administratieve lastendruk voor de bedrijven. De verwachting is dat nog voor de Europese verkiezingen van mei 2019 definitieve besluitvorming over deze belangrijke onderwerpen plaatsvindt.
Het tweede mobiliteitspakket van de EU – er zijn er drie – zal wat langer op zich laten wachten, maar ook daarin zitten enkele zeer belangrijke onderwerpen voor de busbedrijven. De toegang tot de markt, vergunningseisen bijvoorbeeld, wordt geregeld in verordening 1073/2009. Het valt nog niet te zeggen welke kant de discussie hierover op gaat want er zijn bij het Europees Parlement honderden wijzigingsvoorstellen op deze verordening ingediend.
Nieuwe manier van beoordelen
De uitkomst van de discussie over het tweede pakket is straks belangrijk voor zowel concessiehouders openbaar vervoer als voor de bedrijven die thans veel internationale lijndiensten uitvoeren. De reden daarvoor is dat in deze verordening een nieuwe manier van beoordeling van vergunningsaanvragen voor nationale lijnen zou moeten komen. Kort gezegd komt het originele voorstel van de Europese Commissie er op neer dat als zo’n lijn meer dan 100 kilometer beslaat, het gemakkelijker wordt om er mee te beginnen.
De hierboven genoemde nieuwe buslijnen moeten bemenst worden en daar zit meteen de allergrootste uitdaging voor de sector: het chauffeurstekort zal volgend jaar verder oplopen. De gemiddelde leeftijd van touringcarchauffeurs is bovendien hoog. Hoewel er op beperkte schaal oplossingen zijn heeft nog niemand het ei van Columbus gevonden. De tweede belangrijke uitdaging van de sector is dan ook het in laten stromen van méér en jongere medewerkers.